Omdat we alles achterstevoren en omgedraaid aan het doen zijn bij de opnames voor Geen Toerist Meer, is het tijd voor wat tips qua studiowerk. Persoonlijk heb ik de afgelopen jaren veel gehad aan Graham Cochrane en diens Recording Revolution. Veel goede ideeën, handige tips en nuttige trucs om je opnames meer overtuiging te geven. Altijd praktisch en altijd met een scherpe invalshoek. Bovenstaand filmpje gaat over een mooie theorie, de zogenaamde Heavy Mix Buss Theory. Het komt er op neer dat je zo min mogelijk plug-ins op de individuele sporen zet en in plaats daarvan je master mix bus volstort. Een werkwijze die eenvoud en brute kracht combineert. Gouden tip. Probeer het zelf eens.
Het blijft opmerkelijk hoe het schrijven van een liedje en het opnemen ervan elkaar onvermijdelijk gaat beïnvloeden. Ik heb niet de ambitie om een "echte" producer te zijn, maar ik weet wel als liedjesschrijver het best wat ik met een liedje wil. Mijn visie op mijn muziek gaat altijd boven technische knowhow.
Neve 51 desk in Nimrod Studio |
En sowieso is mijn voornemen om de aloude 80%-20% verhouding van opnemen tegenover mixen in ere te herstellen. Mijn liedjes zijn niet al te moeilijk, de opnames zijn niet al te moeilijk, dan moet het mixen ook niet al te moeilijk worden. Althans, dat is voor nu de theorie.
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenoneens. werkt goed voor een lekker geluid tijdens opnames en tussentijdse afluistering. verbergt net zo zeer problemen als dat het oplossingen voor een ondoorgrondelijke kluwe aan plugins en automization biedt.
BeantwoordenVerwijdereneen betere en -mijns inziens- juiste benadering is die van denken en werken in vier dimensies: hoog/laag, links/rechts, voor/achter, en wel/niet. een goed geluid begint bij de bron. en dat is zowel klank als arrangement.
ik heb een aantal jaren de video's en lessen van graham (ondanks de relidrek en de intens saaie muziek) fervent gevolgd en waar mogelijk in eigen praktijk gebracht. veel nuttige tips, een aantal eyeopeners en goede leerstof. totdat ik zijn mixen ging vergelijken met andere soortgelijke muziek, en het allemaal niet zo bijzonder bleek te zijn. en zelf tot oplossingen kwam die beter werkten dat zijn suggesties.
overigens, die pyramide-structuur is in de basis goed. en ik ben een groot voorstander van het werken met aux-groups. sterker, ze zijn voor mij onmisbaar. maar dan werk ik ook nog met plugins/panning/eq* in de individuele tracks. want anders -zeker met godbetere tien gitaren- wordt zo'n auxgroup ook een brei. ook hier speelt die vierdimensionale aanpak een doorslaggevende rol.
*eq: beter liften dan boosten. en zorg ervoor dat je bij de bron al goed zit.
niet dat ik de gouden platen dagelijks aan het afstoffen ben...
Maar het idee dat je een orde aanbrengt in de kluwen plug-ins op elk spoor is wel aanlokkelijk voor mij. Uiteindelijk minder plug-ins. De 4-dimensies is inderdaad een hele goeie. Slaat voor mijn gevoel vooral op de song en arrangement als structuur. De top down approach is meer de opzet van je project in Cubase/Logic. Meer een technisch ding.
BeantwoordenVerwijderenDie Gouden Plaat komt er aan!
dat orde brengen in kluwen plugins vind ik geen revolutionair idee. da's simpelweg je verstand gebruiken. alleen een dave pensado weet waarom je zeven of acht plugins op elke track zou moeten flikkeren. uiteindelijk gaat het om het doel, niet de middelen. je kiest een aanpak, en wijkt daar bij voorkeur alleen vanaf als het niet naar je zin werkt. en de top down mixing approach lijkt mij vooral een organisatorisch dingetje. niks mis mee, maar niet het antwoord op alle vragen.
BeantwoordenVerwijderenals het goed is het arrangeren al klaar voor je gaat mixen. mijn vier dimensionale benadering slaat in de basis niet op de structuur, maar met name op productie en mixen. vier dimensies: het frequentiespectrum (eq), pannen (l-c-r), dry/wet (delay, galm, voor diepte), en aan/uit (leegtes en stiltes in de drie dimensies).
ik denk dat de echte uitdaging is om eerst de sound van het project in je hoofd vorm te geven, en die dan vervolgens in een mixbenadering trachten te vertalen.
en nog iets over die graham: het kabbelende karakter van zijn muziek, hoe hij arrangeert en waar hij genoegen mee neemt, maken het heel wat gemakkelijker om met onvolkomenheden weg te komen, dan als je tien gitaarsporen, lagen met toetsen en een weinig subtiele drumpartij moet mixen.
stem begint wat terug te keren. over een paar dagen ga ik zingeren.