Pennen. Potloden. Stiften.
Niet alleen het boek waarin je schrijft doet er toe maar ook waarmee je schrijft. Schrijvers als Harry Mulisch hadden een indrukwekkende collectie vulpennen, de een nog exclusiever dan de andere. Ik heb ik mijn schrijvende leven elke balpen, geurstift en kleurpotlood gebruikt die op dat moment voorhanden was. Soms met dramatische gevolgen, zoals die ene keer dat de inkt in de zon vervaagde en leek op te lossen.
Met de hand schrijven dreigt een lost art te worden als ik zo om mij heen kijk. De typemachine was er eerst. Ik heb nog in 1990 een elektronisch schrijfmasjien gekocht met automatisch correctielint. Twee werkstukken op gemaakt om er daarna achter te komen dat WP5.1 de bom was. Met een typemachine moet je nog een beetje nadenken voordat je iets opschrijft. Met een computer kun je helemaal leeglopen en later editten. Vergelijk het met het verschil tussen analoog en digitaal opnemen. Analoog dwingt tot nadenken vooraf. Beide systemen hebben voordelen en ook nadelen.
Toch ben ik altijd liedteksten met de hand in een boekie blijven schrijven. Dat zal de dichter in mij wel zijn. Een tijd had ik een sjieke vulpen, maar die raakte ik natuurlijk kwijt op een vakantie. Veel gratis promotiebalpennen versleten, maar het verlangen naar goed schrijfgerei bleef achter in mijn hoofd.
Sinds een half jaar met stip op 1: De Staedtler Pigment Liner. Ligt lekker in de hand, mooie zwarte inkt, meerdere diktes (in kleine boekjes met 0,3mm en in grotere boekjes 0,5 mm, soms 0,7mm als ik in een royale bui ben). Warme aanbevolen.
waar is de tijd van schrijven met het al dan niet eigen bloed gebleven?
BeantwoordenVerwijderen